Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Den Haag, Escher in Het Paleis

Over dingen die voorbijgaan en toch blijven bestaan
Na mijn studie kunstgeschiedenis heb ik veel gedaan, dat ik in 2002 in een voormalig paleisje aan het Haagse Lange Voorhout de eerste conservator zou worden van het werk van M.C. Escher (1898-1972)  had ik nooit bedacht. Inmiddels ben ik al weer een aantal jaren met pensioen, dus geen conservator meer bij het leukste museum van Den Haag: Escher in Het Paleis.
Uiteindelijk heb ik al die jaren met enorm veel plezier aan de ontsluiting van Eschers grafiek gewerkt. Ik waardeerde de man en zijn kunst steeds meer. Niet eens zozeer door zijn veel geroemde optische illusies waardoor je steeds iets onverwachts in een prent ontdekt, maar veel meer door zijn humor, een soort onderkoelde pret die uit zoveel prenten spreekt. Ik ben onder de indruk van zijn integriteit en vasthoudendheid ons te laten delen in zijn visie op het leven, terwijl het lang duurde voor hij als kunstenaar erkenning kreeg. Het onderstaande stuk is gebaseerd op mijn laatste tentoonstelling bij Escher in Het Paleis: “Verwondering, of hoe verveling een optische illusie wordt”. Het is een verhaal over zijn leven en werk, dat verandert niet, waar en hoe het ook wordt gepresenteerd: over Eschers prenten valt heel veel te vertellen.

(In dit filmpje is materiaal verwerkt uit het archief van de website van het museum.)

Associaties en verwondering
Escher legde herhaaldelijk uit dat de onderwerpen van zijn grafiek vaak uit associaties bestaan, visuele associaties, van een huisje naar een kubus, of gedachtesprongen die logisch lijken. Meestal eindigt een prent heel anders, dan je aan het begin verwachtte: Escher wil ons en zichzelf verwonderen. Die wil tot verwonderen is een stuwende kracht in zijn ontwikkeling. Al in zijn vroege Italiaanse landschappen zie je de simpele weergave van een mooi motief verschuiven naar een steeds persoonlijker visie waarin zelfs heel ongemerkt vreemde dingen gebeuren. Escher bekijkt ook toen al de wereld vanuit twee, of zelfs meer standpunten tegelijkertijd.

Metamorphose I, houtsnede, 1937
Metamorphose I, houtsnede, 1937

Ondanks die springerigheid heeft hij een grote behoefte de chaos van het dagelijks bestaan te duiden, er patronen en herhalingen in te ontdekken en tot rust te komen. Tegenwoordig noemen we dit Zen.
Escher verwondert ons, zoals hij zichzelf wil verwonderen: is de voorstelling mogelijk, of onmogelijk; bestaand, of onbestaand en dat vaak in een eeuwigdurende kringloop. Hij broedde maanden op zijn prenten en werkte uiterst minutieus. Ondanks al die inzet was hij niet altijd tevreden als het werk klaar was: het kunstwerk was toch anders dan oorspronkelijk bedacht.

Tekenen, litho, 1948
Tekenen, litho, 1948

Tijdens het onderwerp uitdenken, tekeningen maken, studies opzetten, detail tekeningen maken en uiteindelijk aan de slag met een houtsnede, of litho, zat Mauk Escher na de oorlog in het atelier van zijn huis in Baarn en had plezier in de capriolen van de vogels bij hun voer.

Natuur van ver en dichtbij
De natuur: het landschap en later zijn tuin en het bos in de buurt inspireerden altijd. Toen het gezin in Italië woonde, van 1924 tot 1935, trok hij er jaarlijks op uit, vaak met één, of meerdere vrienden. Ze maakten lange trektochten door gebieden die toen nog moeilijk te bereiken en te bereizen waren: Calabria, Sicilië of de Abruzzen. Ze reisden als heren: ze hadden fototoestel en tekenmateriaal, papier, bord en potloden bij de hand. Soms huurden ze een man met een ezeltje voor de bagage.
In de maanden na de trektocht ontstonden nieuwe prenten. In die prenten combineert Escher de tekeningen met zijn herinneringen en zo verschuift de werkelijkheid: wordt het een kunstwerk. In die vroege prenten, bijvoorbeeld het uitzicht op Morano, zie je al zijn grote belangstelling voor het perspectief, naast veel aandacht voor detail. LET OP, de prent is een spiegelbeeld van de tekening!

Morano, tekening, 1930
Morano, tekening, 1930.

Morano, houtsnede, 1930
Morano, houtsnede, 1930.

Niet wereldvreemd
Escher was gedreven in zijn vak, maar ook geïnformeerd over zijn tijd, niet alleen over beeldende kunst. Hij las veel, bijvoorbeeld De Avonden van Reve, en was een muziekkenner; hij ging regelmatig vanuit Baarn in Amsterdam naar het concertgebouw. Hij is op de hoogte van politieke ontwikkelingen, zo vindt hij de Amerikaanse ‘betrokkenheid’ in Vietnam, maar niets. Herhaaldelijk zegt hij in zijn talrijke brieven aan vrienden en zijn zonen wat hij van de wereld vindt. Maar uiteindelijk draait zijn leven altijd om zijn kunst.
M.C. Escher is een romantisch en gedreven kunstenaar: “Met vuur en vlam ben ik aan de arbeid; ik kan mijn geluk niet op, want wat is heerlijker dan een hersenschim te verzinnelijken,” schrijft hij zijn oudste zoon George in Canada. Arthur, de tweede zoon, schrijft hij in 1956: “Zo nu en dan ben ik ook in staat mij hevig te verwonderen en ben ik verheugd over de staat van luciditeit waarin ik dan meen te verkeren.” Die luciditeit zal hij zeker hebben gehad toen hij twee jaar later de litho Belvedère maakte, een prieel dat op een onmogelijke manier in elkaar zit en toch echt lijkt.

Belvedere, litho, 1958
Belvedere, litho, 1958.

Wereldberoemd
De prenten van Maurits Cornelis Escher zijn zeker zo beroemd als het werk van Rembrandt, Vermeer, Van Gogh en Mondriaan. Zijn werken Reptielen; Belvédère; Waterval en Dag en Nacht zijn iconen uit de kunst van de twintigste eeuw. Het is kunst die iedereen (her-)kent. Bezoekers vertelden me talloze keren dat ze door Eschers werk tot de kunst waren gekomen. Vaak keek een oudere heer, of dame, wat verliefd naar een van die bekende prenten: die had thuis op de tienerkamer gehangen en was meegegaan naar de eerste zelfstandige kamer. (De poster, dan toch.) Meestal vond zijn, of haar kleinkind diezelfde prent ook mooi. Niets is leuker dan juist zo’n ervaring te kunnen delen.

Reptielen, litho, 1943
Reptielen, litho, 1943.

Toch onbekend
Hoewel iedereen die prenten kent, werd Eschers naam er lange tijd niet aan verbonden. Als ik vertelde dat ik de conservator van zijn museum was en Dag en Nacht, of  Reptielen beschreef, dan was het meteen duidelijk. “Oooh, is dat Escher?!” Ja, dat werk kende men wel en vaak niet uit een museum, maar uit de wachtkamer van een tandarts, het wiskunde lokaal, de films Inception  of Labyrinth van David Bowie.

Dag en Nacht, houtsnede, 1938
Dag en Nacht, houtsnede, 1938

Escher, ‘dat is die man die je anders liet kijken’. Dat is blijven hangen. Bij Escher in Het Paleis zie je hoe vrijwel iedereen weer door die fascinatie wordt gegrepen. En dan is altijd de eerste vraag: ´Hoe doet die man het toch? Waarom geloof ik wat ik zie, terwijl ik tegelijkertijd weet dat het onmogelijk is?’ Het is niet alleen de herinnering en de herkenning die boeit, de waardering voor het vakmanschap wordt bij de nieuwe kennismaking zeker even groot.

Bonifacio, houtsnede, 1928
Bonifacio, houtsnede, 1928.

Kunst & wiskunde
De waardering voor Eschers werk is heel lang dubbel geweest. Vanaf de jaren vijftig werden zoveel herdrukken gevraagd, dat hij er goed van kon leven. (Hoewel hij geen uitzonderlijk hoge prijs vroeg.) Er is altijd veel publiek naar de tentoonstellingen gekomen, hij was beroemd bij hippies en wetenschappers. Zijn prenten werden een metafoor in cartoons voor onmogelijke en ingewikkelde situaties. De kunstkritiek was lovend over het werk van de jonge Escher, maar na de Tweede Wereldoorlog zakt Escher uit kranten en tijdschriften.
Het was geen pré in die wereld als exacte wetenschappers je kunst waarderen. Als de wiskunde de kunst omarmt, zal het wel ten koste van de kunst gaan, was de achterliggende gedachte. Sterker nog: dan kan het eigenlijk geen kunst zijn.
Ik weet niet of de ontdekking van Eschers werk door wiskundigen tijdens een internationaal mathematisch congres in 1950 in Amsterdam goed is geweest voor de artistieke erkenning van zijn werk. Hij vond er wel enthousiaste vrienden. Zijn prenten fascineerden verschillende mathematici zoals de Britse Canadees Coxeter, de Engelsman Penrose en de Nederlander Schouten. Stuk voor stuk zullen ze in de loop van de tijd informatie geven waardoor Escher specifieke optische illusies volmaakt kan opzetten, of afmaken. Door het enthousiasme van mathematici is de gedachte blijven hangen dat zijn prenten droog zou zijn. Ondanks zijn grote vakmanschap en alle vreemde vrolijkheid die we in zijn kunst vinden.
Klimmen en Dalen, itho, 1960
Klimmen en Dalen, litho, 1960.

Abstractie versus figuratie
Na de Tweede Wereldoorlog was men In het kunstcircuit van mening dat abstracte kunst veel interessanter, moderner en belangrijker was dan herkenbare, figuratieve, kunst. Bovendien maakte Escher zoiets ouderwets als houtsneden en litho’s! De combinatie figuratie en grafiek bleek noodlottig voor de waardering van zijn werk.
Toch was een groot kunsthistoricus als Gombrich positief over Eschers prenten. Hans Locher organiseerde in 1968 de eerste grote overzichtstentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag (tegenwoordig Kunstmuseum) ter ere van Eschers zeventigste verjaardag. De expositie was een groot succes. Dankzij Locher kreeg het museum een vrijwel volledige collectie prenten, naast een groot aantal studietekeningen en archiefmateriaal in een langdurig bruikleen. Later kon het museum een deel van deze verzameling waaronder vrijwel alle prenten uit de nalatenschap kopen. Dat is de collectie die door Escher in Het Paleis wordt gebruikt.
In de Verenigde Staten had Escher, eerder dan hier, een trouwe schare bewonderaars die zijn werk kochten, verkochten en er tentoonstellingen mee maakten. Zo kwam de vraag naar herdrukken goed op gang. Escher werd er wel eens knorrig van: het was wel mooi dat  iedereen een prent wilde kopen, maar zo kwam hij niet meer aan zijn nieuwe ideeën toe.

Eeuwigheid en oneindigheid
Liefhebbers kwamen hem in Baarn opzoeken, ze wilden met hem praten, hun visie op zijn werk bespreken. Naderhand schreef hij zijn zonen licht geamuseerd over hun interpretaties. Hij vond het vermakelijk en liet zijn bezoekers in hun waan. Hij vertelde niet wat zijn drijfveren waren. Die kun je terugvinden in de teksten voor zijn lezingen en publicaties en in schaarse interviews. Hij wilde ons door zijn prenten een inzicht geven in eeuwigheid en oneindigheid, op een speelse manier orde in de chaos scheppen. Bovendien:  “je moet je blijven verwonderen, daar gaat het om”. Dat is de insteek van zijn werk en de boodschap aan ons. In heel veel prenten verbindt hij tijd, eeuwigheid- doorgaande bewegingen oneindige vlakvullingen en of kringlopen- met ruimte. Hij gebruikt vaak tegelijkertijd verschillende perspectieven binnen een werk: van dichtbij tot veraf, een kikker en een vogelperspectief, onder en boven.

Vlakvulling
Een van de vroegste voorbeelden van een eindeloze herhaling is de vlakvulling Acht Koppen uit 1922.  (George, de oudste zoon van Escher bezat een brede versie van dit werk waardoor dit gevoel van eeuwigheid en oneindigheid goed is te zien. Hij schonk al het werk van zijn vader, waaronder deze prent aan de National Gallery of Canada. Hij woonde kort na zijn huwelijk naar Canada, waar hij overleed.)

Acht Koppen, houtsnede, 1922
Acht Koppen, houtsnede, 1922.

We weten dat Acht Koppen voor Eschers eerste bezoek aan het Alhambra in Zuid Spanje is gemaakt. Het tweede bezoek dat Escher in 1936 aan het Alhambra bracht, bevestigde en wakkerde zijn sluimerende interesse in de vlakvulling weer aan. Pas na die tijd wordt de vlakvulling een regelmatig onderwerp, of hulpmiddel in zijn grafiek. Tussen Acht Koppen en 1936 is er in de prenten niets van terug te vinden.
Een vlakvulling bestaat uit een of meerdere motieven waarvan de buitenlijnen naadloos aansluiten. De buitenlijn van het motief A is tegelijkertijd de buitenlijn het aansluitende motief B, C en of D.  Dit is hierboven goed te zien in Acht Koppen. Escher kende deze methode zowel vanuit zijn eigen jeugd, zijn vader kocht Japanse kunst en kunstnijverheid, als ook uit zijn opleiding aan de Haarlemse School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten.

Japan
Over het algemeen wordt er in de Escher literatuur niet veel aandacht besteed aan de invloed van de Japanse kunst en kunstnijverheid uit het bezit van Eschers vader. Ik denk echter dat dit van groot belang is geweest voor Eschers kijk op en beleving van beeldende kunst. George Escher, ( 1843 – 1939) was een van de vijf “Watermannen”, Nederlandse waterbouwkundigen die door de Japanse keizer Meij werden gevraagd Japan tegen het water te beschermen. Als hij na vijf jaar in juli 1878 terugkomt uit Japan, heeft hij niet alleen enorme werkervaring opgedaan, maar ook ‘souvenirs’ uit Japan meegenomen, voorwerpen, grafiek en toegepaste kunst. Die grafiek blijft niet alleen in mappen op de werkkamer van George Escher liggen, maar hangt altijd in huis.
Mauk Escher groeit op met Japanse prenten in zijn dagelijks bestaan. Sterker nog er is een foto van zijn kamer in Villa Rosanda, waar de familie in 1917 ging wonen, waar naast Italiaanse en Vlaamse kunst uit het einde van de middeleeuwen en de vroege renaissance een grote Japanse prent centraal is opgehangen. Escher zag letterlijk als hij zijn ogen opendeed als eerste die prent!


Detail foto uit een fotoalbum Escher.

Waarom vestig ik hier de aandacht op? De overeenkomst tussen Eschers jeugdliefdes: schilderkunst uit de late middeleeuwse, de vroege renaissance en Japanse prenten is het ontbreken van het centraal perspectief! De Japanse kunstenaars zijn hierin nog geraffineerder dan de Europese kunstenaars door het gebruik van grote voorwerpen, zoals bomen, in de voorgrond, waardoor kleinere objecten vanzelf verder weg lijken te zijn.
Deze repoussoirs, zoals een groot object in de voorgrond wordt genoemd, van repousser = afstoten / terugduwen, zijn in de tijd dat Escher opgroeit en naar zijn opleiding in Haarlem gaat een wat verouderde nieuwigheid geworden. Denk aan het werk van de Impressionisten en Van Gogh die hier graag gebruik van maakten. Dat wil zeggen het is een bekend idioom. Typisch voor zijn prenten is dat Escher sjoemelt met het perspectief om ons mee te nemen met zijn blik op het landschap. Ook over de voorstellingen waarvan we denken natuurgetrouwe landschappen te zien, schuift Escher, zoals het een goed kunstenaar betaamt, zijn visie, zijn interpretatie naar voren. Hoe consequent dit al bij de vroege Italiaanse landschappen gebeurt, is achteraf bezien opvallend.
De tweede Japanse invloed is het spelen met vlakvullingen. Escher kent ook die door zijn vader. Hij verwijst een aantal keer in interviews naar Japan in verband met vlakvullingen. Uit het grote dagboek dat George Escher bijhield, weten we dat Mauk en hij samen een voorliefde voor zijn Japanse collectie hadden, die samen bekeken. Indien nodig repareerde Escher beschadigingen voor zijn vader.


Zaal 5, met vlakvullingen en op de muur een doorlopend lijnpatroon dat Escher voor de vloeren van zijn huis in Rome ontwierp.

Verwondering
Escher vond dat hij ons, zijn toeschouwers, een beetje moest ‘bedotten’, in de maling nemen. Hij ging ervan uit dat als de toeschouwer niet meteen zou zien dat iets onmogelijk is, wij, de toeschouwer, langer naar een prent kijken. Nu staan we te puzzelen hoe het komt dat het water in Waterval omhoog loopt. Op de website van Escher in Het Paleis, staat een uitgebreid archief waar alle bekende werken worden besproken.
In navolging van Bruno Ernst / Hans de Rijk heb ik daar in een verhaal over de Waterval ooit alle getekende voorstudies bijeengebracht, toen ik wees op dat ogenblik waarin je je realiseert dat, bijvoorbeeld in Waterval, het water NIET omhoog kan stromen, zoals je dacht te zien!
Door alle tekeningen te laten zien, hoopte ik Eschers gedachtegang te laten volgen. (Vooral de gespiegelde nr. 12 is een eyeopener.) Hij begon bij de onmogelijke driehoek, een concept van vader en zoon Penrose, tot aan de uiteindelijke prent waarin het water in een kring rondloopt.

Waterval, litho, 1961
Waterval, litho, 1961.

Optische illusie
Maakte Escher meteen zulke ‘optische illusies’ waarmee hij ons in de maling neemt? Nee, toch zie je zelfs in de vroege prenten die hij in Italië maakte, waar hij van 1924 tot 1935 woonde, verschillende aspecten die hij later, na de oorlog, samenvoegt tot de typische Escher prenten. Al in het vroege Italiaanse werk kun je zien welke thema’s Escher onderzoekt: de natuur, het perspectief, spiegelbeelden, vreemde combinaties van ruimtes en uiteindelijk vlakvullingen. Als je oplet zie je hoe deze thema’s hem door de jaren heen bezighouden. Hij onderzoekt en combineert ze steeds op een andere manier.
Op de eerste verdieping hangt voornamelijk de grafiek die hij na zijn Italiaanse tijd maakte en waarin de verschillende combinaties van de afzonderlijke thema’s zijn te zien. Dat zijn de Eschers die we kennen. In de tentoonstelling maakten wij weer mooie combinaties, zoals een vitrine met een kopie van de papieren knoop die Escher maakte als voorbeeld voor zijn prent die vlakbij deze vitrine hangt.

Zaal 8, vlakbij de vitrine hangt de houtsnede van de Knoop
Zaal 8, vlakbij de vitrine hangt de houtsnede van de Knoop

Diepte in het platte vlak
De mogelijkheden van het perspectief fascineren hem zijn hele leven. Een sleutelwerk is de houtsnede van het interieur van de Sint-Pieter uit 1935, er naast hangt de tekening die hij ter plekke maakte. Door de twee secuur te vergelijken zie je hoe Escher met perspectief speelt: hier wat overdrijft, daar een extra zichtlijn aanzet, of een schaduw uitrekt. Hij probeerde in de houtsnede Sint Pieter van binnen, ruimte als ervaring te laten beleven door zo’n extreem perspectief uit te werken.
In 1968 weet hij nog dat hem tijdens het tekenen in de koepel regelmatig werd gevraagd: “Gut wordt u niet duizelig. Dan zei ik, ja, dat is juist de bedoeling. Dat is de kwintessens van deze prent.”
Escher wilde de diepte zo realistisch overbrengen, laten ervaren, dat wie in een museumzaal naar de prent kijkt, zelfs als je geen hoogtevrees hebt, er toch last van krijgt!

Sint Pieter van binnen, houtsnede, 1935
Sint Pieter van binnen, houtsnede, 1935


De omloop in het Vaticaan, 2006, Micky Piller.

Trappenhuis middelbare school
Na de oorlog combineerde Escher steeds vaker verschillende perspectivische standpunten in één werk. Hij deed dat zo slinks dat de overgang naar de irrealiteit pas in tweede instantie opvalt. Al bij de eerste persconferentie viel me het begrip “het verschrikkelijke knippermoment” in. Wie een werk van Escher bekijkt, denkt ach het zal wel, loopt door en opeens valt het kwartje: je knippert met je ogen en denkt WAT zag ik nu eigenlijk?

Relativiteit, houtsnede, 1953
Relativiteit, houtsnede, 1953.

Een belangrijke sleutel waardoor je ziet hoe Escher de werkelijkheid manipuleert, ligt in de ontdekking die ik in Arnhem deed. Een kenner van Eschers werk, een leraar die na de oorlog les gaf in de oude HBS van Escher, vroeg of ik het voormalige schoolgebouw wilde bekijken. Ik stond paf: het trappenhuis blijkt ongelofelijk belangrijk voor zijn latere werk. In dat trappenhuis ervaar je, door simpelweg de trap op en af te lopen en rond te kijken, een combinatie van verschillende perspectieven, en de omkering van onder en boven in een natuurlijk beweging. Nu liep ik er alleen en later met weinig mensen, maar denkend aan mijn middelbare schooltijd realiseerde ik me opeens hoeveel joelende kinderen tijdens de pauzes en leswisselingen op en af lopen! Overal om je heen is beweging en lawaai.

Om die ervaring mee te nemen naar de bezoekers in Den Haag, zocht ik in het museum een plek om dit trappenhuis levensgroot op de muren te zetten. Dat werd de balkonkamer op de eerste verdieping. En zoals alles terecht verandert in de loop van de tijd, zijn die enorme foto’s in 2023 weggehaald. Gelukkig bestaan nog foto’s van dat zaaltje die het 1 op 1 gevoel in die ingewikkelde ruimte wellicht laten zien, ondanks de deur midden in het trappenhuis, voelde het beeld heel realistisch.


Doorkijk van zaal 8 naar zaal 9, situatie 2015. Op de muur zit de enorme bijgewerkte foto van het trappenhuis uit Eschers school.

Zinsbegoocheling / Mindfuck
Waardoor komt het trappenhuis dertig jaar na zijn schooltijd opeens voor in zijn prenten? Er is een duidelijke aanleiding: de reünisten-vereniging van de Arnhemse HBS vroeg Escher in 1946 een herdenkingsplaquette te ontwerpen voor de omgekomen leerlingen uit de Tweede Wereldoorlog. Zo kwam dit bijzondere trappenhuis weer in zijn leven en werd letterlijk een draaipunt in zijn ontwikkeling waarin veel van zijn oude thema’s samen komen. ( Bij de extra onderaan staat een aantal links die meer informatie hierover geven.)
Doorkijk van zaal 8 naar zaal 7. Op de muur zit een foto van een andere kunst uit het trappenhuis
Doorkijk van zaal 8 naar zaal 7, situatie 2015. Op de muur zit de bijgewerkte foto van de andere kant uit het trappenhuis.

De prenten van na 1947 zijn de kunstwerken waardoor Escher beroemd werd. Die tonen de complete visuele mindfuck met mensen die aan de onder- en bovenkant van trappen lopen, water dat omhoog stroomt, handen die elkaar kunnen tekenen en de liftcabine van Andere Wereld die zachtjes tollend bij de maan lijkt te draaien. Lijkt die niet verdacht veel op de andere kant, zie foto hier boven, van datzelfde trappenhuis uit zijn HBS???

Andere Wereld, houtsnede en houtgravure, 1947
Andere Wereld, houtsnede en houtgravure, 1947.

Perspectief en beweging, onder en boven, dichtbij en veraf, herhaling en verandering, zijn de begrippen waar Maurits Cornelis Escher in zijn Italiaanse prenten en na zijn Italiaanse tijd mee werkte, speelde en zijn onmogelijke situaties bouwde. Het verschil is dat hij al die thema’s weer terug in Nederland binnen één werk combineerde.
Of zoals hij in 1969 schreef naar aanleiding van de PTT opdracht voor “>Metamorphose III, een houtsnede van 7 meter: “Dit metmorphoseren is een luchtig, kinderlijk spel met beeld- en gedachtenassociaties, die elkaar zonder poging tot diepzinnigheid, min of meer toevallig opvolgden”. 


Metamorphose III, detail op de lange muur is een deel van Metamorphose II te zien en op de korte muur twee versies van Dag en Nacht. Foto gemaakt in 2018.

Metamorphose
Deze enorme houtsnede bestaat uit een reeks voortdurende veranderende vlakvullingen waarvan begin en einde hetzelfde zijn. Het zeven meter lange en twintig cm hoge werk werd in kleine delen op een lange rol canvas geprojecteerd en heel precies door de schilders-leerling Henk Voys uit Katwijk overgeschilderd. Deze vergroting werd uiteindelijk tweeënveertig meter vol variaties en veranderingen in zwart wit met hier en daar wat kleur.
Hetenorme schilderij hing indertijd boven de loketten van het voormalige Haagse Hoofdpostkantoor. Inmiddels hangt het enorme werk op Schiphol, niet meer mooi strak en recht, maar golvend en veel te hoog boven het rustpunt van een prijsvechter.
Voor het museum bedacht ik voor het veel kleinere origineel van 7 meter een ronde lijst. Begin en einde van het werk zijn hetzelfde abstracte streepjes motief. De opzet lukte, soms zie je mensen tweemaal, of bijna tweemaal er omheen lopen, gefascineerd door de “beeld- en gedachtenassociaties” van Escher.


Detail, Metamorfose III, houtsnede, 1939-1940 / 1967-1968, (persfoto 2011)

Beeld- en gedachtenassociaties zijn de basis van Eschers werk. Ze worden altijd gevoed door zijn verwondering over het dagelijks bestaan. In 1956 schrijft hij zijn vriend Hans de Rijk (Bruno Ernst) “Misschien streef ik wel uitsluitend verwondering na en tracht ik dus ook uitsluitend verwondering bij mijn toeschouwer op te wekken”.  Verrassingen, onverwachte wendingen en onmogelijkheden die vertrouwd aanvoelen zoals bij Onder en Boven. Opeens ZIE je dat dit niet klopt: je bent tegelijkertijd de bovenbuurvrouw die naar het jongetje kijkt, als ook zijn vriendinnetje dat beneden naar hem en zijn moeder opkijkt.

Boven en Onder, litho, 1947
Boven en Onder, litho, 1947

Zijn werkelijkheid in beeld
Vergeet niet Eschers werk wordt gedragen door de werkelijkheid: zijn waarnemingen zijn leidend voor zijn grafiek. Kijkt hij anders dan wij? Je zou het haast denken. In ieder geval kijkt Escher al bij zijn eerste prenten intens en gefocust, maar ook vrijer door zijn beeld- en gedachtenassociaties. “In de trein naar Utrecht werd ik opeens geweldig gepakt en ontroerd door een hemel met wolkjes op allerlei verschillende hoogten. Een sensatie van ruimtelijkheid, van drie-dimensionaliteit, zoals ik in lange tijd niet heb beleefd. Zoiets kun je plotseling beleven, zelfs in een overbevolkt landje als Holland. Als je naar boven kijkt dan zie ineens een tijdloze en grenzeloze eeuwigheid. Vind je het gek, of kun je het een beetje meebeleven?”
Escher dreigde de kunstgeschiedenis in te gaan omarmd door wiskundigen en kristallografen, met een reputatie van streng, calvinistisch en droog. Maar Escher is, denk ik toch, in feite een romanticus en zoals de familie me vaak vertelde, een ongelofelijk grappige man. Hij was de vader die voor zijn zoons ballenbanen door de kamer bouwde. Grote constructies waarin een balletje door de hele kamer rolde, zelfs over de piano.

En verder
Na de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita, tm 1 oktober 2023 komt er bij Escher in Het Paleis weer een mooie keuze uit zijn kunstwerken waardoor je zijn ontwikkeling kunt ontdekken en meebeleven in dit kleine voormalige paleis. Eschers grafiek komt goed tot zijn recht in dit kleine voormalige paleis,eigenlijk een klassiek herenhuis. Er is tijd en ruimte voor verdieping en daarna kun je boven spelen. Op de tweede verdieping is een multimedia beleving ingericht met onder andere met een film en een fascinerende Kamer van Escher waarin je ter plekke met z’n tweeën verandert in een optische illusie.

Kinderen krijgen les in zaal 8, foto van de website vanhet museum
Kinderen krijgen les in zaal 8, foto van de website van het museum.

Koningin Emma modern interieur
Ooit kocht Koningin Emma, de  betovergrootmoeder van onze huidige koning dit paleisje uit de nalatenschap van haar zwager. Dat was goed bedacht, want nadat de 18 jarige Wilhelmina koningin werd, woonde Emma nog in de buurt.
Inmiddels is er in de zalen van de begane grond en de eerste verdieping het een en ander aangepast. Er ligt een prachtig parket dat door Donald Judd is ontworpen. Aan de plafonds en in het trappenhuis hangen opzienbarende kroonluchters van Hans van Bentem. Het klinkt misschien druk, maar de drie eenheden bestaan naast elkaar, ze vullen elkaar zelfs aan en onderstrepen “de Koninklijke allure” van het gebouw. In al deze zalen hangen raamschermen met informatie over de tijd dat Prinses Emma hier woonde tussen 1901 en 1937. Tegelijkertijd blijven Eschers prenten staan als een huis!

De krioonluchter Planeet, van Hans van Bentem hangt in de balzaal tussen twee spiegels waardoor je een gevoel van oneindigheid krijgt.
De kroonluchter Planeet, van Hans van Bentem hangt in de balzaal tussen twee spiegels waardoor je een gevoel van oneindigheid krijgt.

Ik heb het nooit echt onderzocht, maar ik kan me voorstellen dat Eschers opa, de vader van zijn moeder, hier heeft rondgelopen. Opa was Minister van Financiën, hij steunde Emma toen zij door de Tweede Kamer onderuit dreigde te worden gehaald. En zo komen alle losse eindjes op een wonderbaarlijke manier toch weer samen. Escher had er om geglimlacht.

© al het Escher beeldmateriaal: The M.C. Escher Company BV, Baarn

 

NB> EXTRA
Op de website van Escher in Het Paleis staan filmpjes die je kunt bekijken door op de tekst links hieronder te klikken:
Metamorphose I, II en III worden hier besproken met een mooi filmpje over het opstellen van de ronde lijst.
Op de website van het museum staan in het Archief van alle genoemde kunstwerken uitgebreide besprekingen. Je kunt in de zoekbalk op titel zoeken. Sommige zijn nog van mij, andere zijn door opvolgers gemaakt. Bijvoorbeeld de prent Relativiteit bespreek ik tweemaal. De eerste keer in het geheel van Eschers werk   en de tweede keer in verband met het trappenhuis.
Vlak voor mijn pensioen schreef ik de hoofdtekst in de catalogus van de tentoonstelling The Amazing World of M.C. Escher in The National Gallery of Scotland en de Dulwich Gallery in Londen. Dit standaardwerk over M.C. Escher met de andere auteurs Patrick Elliot en Frans Petersen is nog steeds via de site van The National Gallery of Scotland te bestellen.
The Dulwich Gallery, maakte een mooi filmpje over Eschers werk.

Catalogi
In de dertien jaar als conservator kon ik aan een aantal spraakmakende internationale Escher tentoonstellingen meewerken, onder andere: 2006, Super Escher in de Bunkamara Kunsthal te Tokio, Japan en O Mundo Mágico de Escher in Brazilië in 2011. Deze reizende expositie werd de best bezochte tentoonstelling ter wereld van dat jaar.
Escher en de Schatten uit de Islam in Escher in Het Paleis en het Amsterdamse Tropenmuseum, 2013, gaat over de ontwikkeling van de vlakvulling in het werk van Escher. Een interesse die al tijdens zijn Haarlemse opleiding begon en hem tot het einde van zijn leven is blijven boeien.
The Amazing World of M.C. Escher, een tentoonstelling in the National Galleries of Scotland, in Edinburgh, The Dulwich Picture Gallery en het Max Ernst Museum te Brühl, Duitsland. Voor deze expositie maakte ik samen met Patrick Elliot en Frans Petersen het tot nu toe laatste wetenschappelijke werk over de leven en werk van Mauk Escher.


Catalogi uit mijn tijd als conservator.

PS
Wie vooruit denkt, bestelt bij de plaatselijke boekhandel reeds voor feestdagen, verjaardagen en een onverwachte verrassing onze:
Gids naar Nederlandse musea, Op weg naar de kunst
om aan de leukste familieleden, de beste vrienden en de aardigste buren te geven.
Auteurs: Micky Piller en Kristoffel Lieten; Uitgever: Waanders in de Kunst.
Altijd actueel door de QR codes die verwijzen naar met onze site voor commentaar en met de site van het museum voor informatie!

#Escher #MCEscher #Mauk #Escher2023 #Escherdenhaag #Kunst, #Kunstwerk #Dagjeuit #museumonline #museumathome #Eropuit #dagjeweg #Museumbezoek #Cultuuruitje #Kunstliefhebber #Tentoonstelling #opwegnaardekunst.nl #ownk #musea #art #dutchmuseumsathome #eigencollectie #expositie #kunstgeschiedenis #beeldendekunst #kunstgids #museum #art #tentoonstelling #museumbezoek #kunstkritiek #openbaarkunstbezit #vlog #blogpost #gids #museumthuisopdebank #grafiek

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Informatie en voorzieningen

Escher in Het Paleis,

Lange Voorhout 74, 2514 EH Den Haag

website Escher in Het Paleis
T 070 42.777.30
di t/m zo 11.00-17.00 uur,  op de website de actuele openingstijden nakijken: in vakanties zijn er extra activiteiten en soms ook openingstijden!

bereikbaarheid
van CS 15 min lopen
Parkeergarage voor de deur
collectie informatie
folder beperkt en algemeen
zaalteksten zeer informatief
presentatie collectie klassiek maar met schwung
route informatie helder
digitaal niet aanwezig
vriendelijkheid
suppoosten
winkel
kinderactiviteiten
In het museum worden speurtochten aangeboden
eigen ruimte is bizonder; zondagsmiddags is een workshop linosnijden. In de vakanties zijn er speciale kinderactiviteiten: op de website nakijken
museumwinkel
assortiment Escher en Koninklijk
kunstboeken rondom Escher, wiskunde, kunst en optische illusie
kinder-kunstboeken niet zoveel; wel doe boeken
grappige kleine cadeautjes steeds wisselend
museumrestaurant
prijs/kwaliteit kleine kaart klassiek met verrassing
menu karnemelk uit fabrieksbekertjes, wel verse broodjes
wc
op drukke dagen kan het aan het einde van de middag tegenvallen
niet makkelijk te vinden in de kelder en op de tweede verdieping

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.