Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Gouda, Gouds Museum

Gouds Museum, zoektocht met verrassingen
Een stad als Amsterdam was rond 1600 zo rijk dat belangrijke kunstenaars, aangetrokken door mogelijke opdrachtgevers, daar naar toe kwamen. Hetzelfde gold voor Haarlem en Delft, maar Gouda? Ook Gouda werd door haar ligging op het kruispunt van twee rivieren een belangrijk economisch centrum als overslagplaats. Het kreeg al in de twaalfde eeuw stadsrechten. Net als elders liep de financiële ontwikkeling samen met een culturele bloei. Dat is nog steeds te zien aan het bijzondere stadhuis op de markt en in de Sint Jan, de grote kerk vlak achter die markt.
Heeft u ooit van Pieter Pourbus (1523/24 – 1584) gehoord? Als u het werk van deze zestiende-eeuwse Goudse schilder niet kent, is dat jammer. Maar het Gouds Museum heeft van hem een prachtige en bijzondere Verkondiging aan Maria, door de aartsengel Gabriël. Hij vertelt haar dat zij de zoon van God zal baren, de duif lijkt haar bijna aan te vallen.

In dit oude centrum ligt het Gouds Museum. Het museum, zo staat op de website, heeft meer dan 40.000 objecten, waaronder die prachtige Verkondiging aan Maria van Pourbus uit 1552. Gouda en Pourbus gingen overigens niet lang samen. Hij verhuisde naar het nog rijkere Brugge, waar hij in 1543 als meester werd ingeschreven. Hij werd een breed georiënteerd kunstenaar die prachtige schilderijen maakte, in het begin nog onder invloed van Jan van Scorel. Hij maakte deel uit van het rijke Brugse leven van, was lid van een rederijkerskamer, zat in besturen en ontwierp vestingwerken. Hij stichtte met zijn zoon Frans Pourbus en kleinzoon Frans II, zoals vaker in die tijd, een ware schilders-dynastie. Zijn zoon Frans ging in Antwerpen in de leer bij  Frans Floris. Na zijn vroege dood, komt diens zoon Frans II weer bij zijn grootvader Pieter wonen en leert het vak in zijn werkplaats.


De Verkondiging aan Maria, Pieter Pourbus, 1552

Pieter is een overgangsschilder van het oude Gotische jargon naar de Renaissance. In de heldere kleuren, de typische Brugse manier van schilderen, zweeft een gekunstelde aartsengel Gabriël naar Maria om haar te vertellen dat zij Gods kind zal dragen. Dit herkent de tijdgenoot meteen door de witte duif, het symbool voor de heilige geest, die naar Maria zoeft.


Detail, De Verkondiging aan Maria, Pieter Pourbus, 1552


Detail, De Verkondiging aan Maria, Pieter Pourbus, 1552

Als gebruikelijk zit het schilderij vol symbolische betekenissen, te beginnen bij die duif. Een ander voorbeeld zijn de lelies in de vaas die zo prominent op de voorgrond staat. De lelie is het symbool voor de maagdelijkheid van Maria. Desondanks is het geen stijf schilderij; ook zonder al die duidingen zie je een intiem moment in het leven van een mooie jonge vrouw, die wat verbaasd, maar sereen haar lot aanhoort. Het is zorgvuldig gecomponeerd; zelfs het tafelkleed is mooi geschilderd.


Detail, De Verkondiging aan Maria, Pieter Pourbus, 1552

Bloeiend Gouda
Ook in Gouda ontstond in de tweede helft van de negentiende belangstelling voor het lokale verleden. Dus wilde men net als in het nabije Den Haag een eigen museum oprichten voor de vele historische voorwerpen die de stad in bezit had. Naast beelden en schilderijen bezat men munten, zilver en glas. Het Stedelijk Museum van Gouda kwam er uiteindelijk in 1874. Na de Tweede Wereldoorlog werd de collectie ondergebracht in het Catharina Gasthuis. Dit gebouw was in de 14de eeuw de opvanglocatie voor landlopers; later werd het een ziekenhuis. Sinds 1980 is de oude Gasthuiskapel uit 1474 bij het museum getrokken. Zo’n oud gebouw met een kapel en een grote zaal en met een binnentuin achter het gebouw is charmant, maar moeilijk voor nieuwe bezoekers om te ontdekken. Hoewel iedere suppoost je graag weer op weg helpt, ontbreekt een overzicht: je kunt alleen van het ene gebouw naar het andere via de bovenetage, of via de straat naar de andere ingang. Het zou helpen als er bijvoorbeeld in de trappenhuizen een plattegrond wordt opgehangen met een stip waar je je bevindt. Je kunt dan ook makkelijker kiezen waar je naar toe wilt gaan.


De trap in de Grote Zaal


Kristoffel twijfelt

Het museum heeft twee ingangen: via de Oosthaven kom je direct in de kapel met tijdelijke tentoonstellingen en de grote zaal met de schuttersstukken. Via het Lazarus poortje en de beeldentuin kom je bij de andere ingang en het museumcafé. Wij volgen deze entree bij Achter de Kerk 14


Het Lazarus reliëf bij de ingang Achter de Kerk 14: het Lazarus poortje is vernoemd naar een reliëf uit 1609 met de parabel van de Rijke man en de arme Lazarus. In het kort de rijke doet niets om het lijden van de arme te verlichten. De Rijke eindigt in het dodenrijk en de arme Lazarus in de hemel waar hij rust in Abrahams schoot

In Gouda is wel meer ingewikkeld. Lokale musea moeten altijd schipperen tussen kunstnijverheid en kunst. Een van de hoogtepunten in de stad is ongetwijfeld de Sint Jan, de langste kerk van Nederland.In 1552 vloog de kerk door blikseminslag in brand. Alle beelden en schilderijen bij de 45 altaren gingen op in vlammen. Onmiddellijk werden nieuwe opdrachten verleend. Voor de Gotische kerk werden door grote zestiende-eeuwse kunstenaars als Johannes Wtewael, Wouter en Dirck Crabeth of de Antwerpenaar Lambert van Noort gllas-in-loodramen ontworpen. Opdrachten voor altaarstukken gingen naar Pieter Pourbus, Michiel Claesz, Dirck Barendsz en anderen. Hoewel de Tachtigjarige Oorlog al woedde en de geuzen vernielingen aanrichtten in de stad, bleef Gouda tot 1573 katholiek en werd een deel van deze kunstwerken gered. Zij hangen nu in de kapel.
In een rijke stad was er voor de burgerverdediging natuurlijk een schutterij en die heren wilden zoals dat gebruikelijk was, geschilderd worden. Dus heeft het museum in de Grote Zaal een aantal schuttersportretten bijeengebracht. Het zijn traditionele opstellingen waar de levendigheid en onderlinge interactie die we kennen van Frans Hals’ Schuttersmaaltijden of Rembrandts Nachtwacht ontbreken. De krijgsraad der Goudse Schutterij onder leiding van kolonel Govert Suijs, door Ferdinand Bol vormt daarop een uitzondering, maar die hing er niet toen wij er waren. Bol was een leerling van Rembrandt en zet zijn personages, weliswaar gladgeschilderd, met veel schwung neer.


Schuttersstukken in de Grote Zaal

In 1964 schonk de schilder Paul Arntzenius (1883-1965) zijn collectie met werk van de School van Barbizon  (Franse schilders uit het midden van de negentiende eeuw) en Haagse School schilderijen.

Er zit tot mijn vreugde een kleine groep met werk van Willen Tholen bij. Tholen (1860-1935) was een tijdlang tekenleraar in Gouda. Het echtpaar Tholen verhuisde naar naar een groot huis in Den Haag: de ‘Kanaalvilla’ aan de Haringkade 167. (Tegenwoordig ligt hier Madurodam. De grote villa werd in de oorlog door de Duitsers afgebroken.) De weduwnaar Bram Arntzenius woonde met zijn zes kinderen, waaronder Paul, bij hen in. Tholens vrouw Coba was bevriend met Cobi Witsen de tweede echtgenote van Bram Arntzeniu.


De gezusters Arntzenius, Willem Tholen, 1895

Lievelingsschilderij

De lezende zusjes Arntzenius hoort bij mijn lievelingsschilderijen. Je ziet hoe vertrouwd de schilder is met zijn modellen. Het kan de meisjes kennelijk niet schelen dat ze worden getekend, of geschilderd. Ze zitten en liggen geconcentreerd te lezen, ze schijnen niet eens op te merken dat ze ook nog poseren.


Detail: De gezusters Arntzenius, Willem Tholen, 1895

Als je even de tijd neemt het hart van het schilderij te bekijken zie je hoe wonderlijk de schilderkunst is. Schilderen, zo zei mijn hoogleraar D’Hulst indertijd: ‘is uiteindelijk slechts  kleurstof en bindmiddel op een ondergrond waar u naar kijkt,’ en toch die kleurstof en dat bindmiddel laten hier een dubbele werkelijkheid zien: het plaatje van de meisjes op een zonovergoten bak. Maar het is het hart van het schilderij tegelijkertijd een bijna abstracte compositie.
Het ene meisje zit, het andere ligt half op een bank te lezen. Het licht valt van rechts boven op de bladzijden, het tikt nog even het gelakte hout van de leuning aan waardoor de meisjes door een lichtlijntje verbonden lijken. Die verbinding wordt herhaald in de romige rechthoeken van de bladzijden. Je hebt het gevoel zowat door de bladzijde van het rechter boek heen te kijken.
Wat ik zo mooi vind, is dat je zowel al die vormen ziet,- de gebogen bladzijden, de golf van de leuning, de ovale hoofden, de blote ronde bovenarmen, de golf in het schort van het linker meisje-  de driedimensionale wereld, maar tegelijkertijd ook een geabstraheerde werkelijkheid. Tholen zette vormen zo naast elkaar waar je de werkelijkheid in herkent. Twee stappen minder herkenning en je kijkt naar de totale abstractie.


Detail: De gezusters Arntzenius, Willem Tholen, 1895

Paul, één van de zonen Arntzenius, kreeg les van Tholen en werd ook schilder. Uiteindelijk schenkt hij zijn collectie aan het Museum Gouda. Uit die verzameling wordt altijd een aantal schilderijen getoond. Toen wij er in 2018 waren was er een mooie combinatie gemaakt met Franse voorlopers van de Haagse School schilders zoals Daubigny, Felix Ziem en Georges Michel en Nederlandse schilders die net iets later werkten: Weissenbruch, Roelofs, Gabriël en Tholen.

Ze entten zich allemaal op de landschappen uit de Nederlandse zeventiende eeuw. Het verschil met die tijd is dat de kleine formaten in de negentiende eeuw ook echt buiten werden geschilderd! Dat was toentertijd een revolutionaire nieuwigheid en werd mogelijk door de uitvinding van de verftube. Daardoor waren en bleven niet alleen alle kleuren tegelijkertijd beschikbaar, maar kon de schilder direct buiten naar de natuur werken. Hierdoor veranderde de manier van schilderen. Het glad-schilderen, waarin je geen penseelstreek ziet, werd uiteindelijk vervangen penseeltoetsen en streken. De reactie indertijd van de kunstkritiek en het publiek op deze grove manier is te vergelijken met de ophef, een eeuw later, rondom de Cobra schilders. Van een afstand zijn de bomen, dieren, planten en mensen nog wel herkenbaar maar dichterbij worden ze een beetje als wolken: vluchtig en onscherp.


Stortbui nabij Gouda, Willem Roelofs, ca 1885

Vrouwen in de kunst
Terugkijkend blijkt dat het directoraat van Josine de Bruyn Kops van 1976 tot 1986 Museum Gouda op de kaart heeft gezet. Ze kreeg in 1976 de opdracht een verzameling hedendaagse kunst voor het museum samen te stellen. Als een van de oprichtsters van de Stichting voor Vrouwen in de Beeldende Kunst (SVBK) ging haar belangstelling uit naar vrouwelijke kunstenaars. Net als Liebeth Brandt Corstius, een mede oprichtster van de SVBK, die iets later directeur van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem werd, kocht zij, bij gelijke kwaliteit, een aantal jaar bewust en vooral werk van vrouwelijke kunstenaars. Zo verwierf ze in 1985 Arbeidersvrouw met twee kinderen, van de schilder Charley Toorop uit 1918. Het schilderij kun je zien als een schakel tussen de collectie Arntzenius en de hedendaagse kunst uit het interbellum.

Arbeidersvrouw met twee kinderen, Charley Toorop, 1918

Tijdens de tien jaar dat de Bruyn Kops directeur was, moderniseerde ze het museum op allerlei gebied. De zestiende-eeuwse altaarstukken werden gerestaureerd. Ze was de grondlegger van de afdeling sier- en gebruiksaardewerk, de collectie met Gouds Plateel. Die verzameling is tegenwoordig op een prettige educatieve manier op zolder ondergebracht.  Naast diverse objecten uit de periode 1898-1984, is daar aandacht voor de  arbeidsomstandigheden waarbij het opvalt, als je goed kijkt, dat kinderarbeid ook in de vorige eeuw nog voorkwam.


Een deel van de opstelling van het Gouds plateel


De serieproductie in de Plateel fabriek

Inrichting

Het Museum Gouda is niet het enige museum met zo’n diverse collectie, maar op de een of andere manier krijgen ze hun enorme bezit letterlijk niet in balans. Ik vond het ook moeilijk te focussen. Om dit op te lossen koos het museum deels voor een depotopstelling. Daarvoor is een soort binnenruimte gemaakt. In de binnenruimte zijn vitrines gemaakt, waarin bijvoorbeeld tientallen Goudse pijpen en miniatuur aardewerk zijn opgestapeld. Bij die verzameling Goudse pijpen zitten opmerkelijke exemplaren.


Goudse pijpen alom

De buitenkant bestaat uit dik, stevig, depot gaas waar een grote hoeveelheid kunstwerken aan hangt. Sommige stukken krijgen extra informatie. De constructie is zo groot en de tussenruimte zo smal, dat je eigenlijk alleen op ooghoogte en van dichtbij het werk kunt kijken. Bij grote schilderijen sta je, als je niet oppast, tegen kunstwerken die aan de andere kant van het gangetje!


Opstelling voorjaar 2018

Misschien is het een idee een deel van deze ruimte te vervangen door een digitale presentatie waarin de verschillende clusters worden behandeld? Dan is het verhaal dat het museum wil vertellen altijd zichtbaar, zelfs als niet alle werken kunnen worden getoond. Het zou zelfs een power-point presentatie op de muur kunnen zijn. Met goede foto’s, goede teksten en prettige banken om die reeks te bekijken, kom je een heel eind. Enerzijds wijst Museum Gouda nadrukkelijk op het grote bezit, maar anderzijds kunnen alle objecten door ruimtegebrek niet worden getoond. Dat is een probleem. Zo is er een kleine deelcollecties met houten speelgoed. De turfstekers uit de omringende gebieden maakten het in de winter om bij te verdienen. Uiteindelijk kwam er in Waddinxveen zelfs een fabriek die het speelgoed produceerde. Dat is een van die kleine grappige lokale accenten in de grote depotopstelling. Is het voor niet Goudenaren interessant?


Hondenkar uit de Speelgoedfabriek, Waddinxveen, 1790-1845

In die ruimte hangt, tot mijn verbazing, wel een prachtig klein portret van de wat vergeten Zuid-Nederlandse 17e-eeuwse schilder Michael Sweerts: De Spinster. Sweerts (1618-1664) werkte in Rome en Brussel en zou ook een tijdje in Amsterdam hebben gewerkt. Uiteindelijk vertrok hij als lekenbroeder naar Azië en overleed in het Portugees Jezuïeten klooster te Goa, India.


De Spinster, Michael Sweerts, 1656

De eenvoudige werkvrouw krijgt de allure van een prinses in het gouden licht dat hij gebruikt. Het lichtdonker effect is waarschijnlijk geïnspireerd door Caravagio. De doeken om haar hoofd geven haar allure, de spintol lijkt wel een wapen en tegelijkertijd benadrukt de glimp van het haardvuur rechts achter haar huiselijkheid. Misschien kan het museum een crowdfunding opzetten om de broodnodige restauratie te betalen? Hoewel het werk zelfs in deze staat de moeite waard is, wordt het gerestaureerd een topstuk.


Details De Spinster, Michael Sweerts, 1656

Verborgen kosten

Het behoud en beheer van de 40.000 objecten van het museum drukken ongetwijfeld zwaar op de aankoop en presentatiebudgetten. Al is het maar door de opslag, beveiliging en verzekeringskosten, uitgaven die een bezoeker niet ziet. Misschien moet in Gouda een splitsing komen tussen een stadscollectie en de kunstcollectie: tussen de pijpen, het houten speelgoed, de apotheek, het plateel en de kunst? De Apotheek en de Chirurgijnskamer zouden, zonder het prachtige Dode kindje van Van der Helst, naar het stadsmuseum kunnen verhuizen.

Hoe boeiend de enorme maquette over de oude stad uit 1562 ook is, compleet met kasteel en stadspoorten, er wordt een hele zaal aan opgeofferd. Elders wordt zo’n historisch stadsbeeld in een openbare ruimte gezet: bij de winkel, of het eethuis. De kunstcollectie zou er dan zo maar een zaal bij krijgen en dat is die collectie wel waard.

 

#Kunst, #Kunstwerk #Dagjeuit #museumonline #museumathome #Eropuit #dagjeweg #Museumbezoek #Cultuuruitje #Kunstliefhebber #Tentoonstelling #opwegnaardekunst.nl #ownk #musea #art #dutchmuseumsathome #eigencollectie #expositie #kunstgeschiedenis #beeldendekunst #kunstgids #museum #art #tentoonstelling #museumbezoek #kunstkritiek #openbaarkunstbezit #vlog #blogpost #gids #museumthuisopdebank  #goudsepijpen #Haagseschool  #MichaelSweerts #goudsegeschiedenis #pieterpourbus #Tholen

 

Informatie en voorzieningen

Museum Gouda

Achter de Kerk 14 (plus museumcafé) 2801 JX Gouda of Oosthaven 9 (plus museumwinkel)

W Museum Gouda Website
T 0182 33 10 00

di t/m zo 11.00-17.00 uur,  meer info op de website

bereikbaarheid
OV vanuit het station 13 minuten lopen
Parkeerplek parkeergarage Q-Park Bolwerk, Sint Mariewal 3 en dan 10 min. wandelen
2,5
collectie informatie
folder vaste collectie niet gevonden
zaalteksten op gelamineerde vellen
presentatie collectie niet opzienbarend
route informatie ingewikkeld
digitaal - app niet gevonden
vriendelijkheid
suppoosten zeer vriendelijk
winkel is de vrouw/man achter de kassa
kinderactiviteiten
Zie website onder kinderen voor het actuele aanbod, leuke speurtocht
eigen ruimte ziet er erg leuk uit
museumwinkel
assortiment op collectie gericht veel oude kunst 19e eeuw
kunstboeken idem
kinder-kunstboeken veel Nijntje
grappige kleine cadeautjes minimaal
museumrestaurant
prijs/kwaliteit redelijk
menu aardig, maar niet heel lokaal geen groot Goudse kaas assortiment, lekkere taart
wc
schoon
makkelijk te vinden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.