Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Keulen, Wallraf-Richartz Museum & Fondation Corboud

,

Wallraf-Richartz Museum & Fondation Corboud, gevarieerd en hoogstaand
In Keulen vinden ze de moorden in de vierde eeuw op de Heilige Ursula en haar 11.000 maagden door Atilla de Hun het grootste wonder van de stad. Maar wie zich de foto’s herinnert die kort na de oorlog van Keulen werden gemaakt, ziet in de stad een ander wonder: de herrijzenis uit deze totale puinhoop.
Het Wallraf-Richartz Museum & Fondation  Corboud, een van de vele Keulse musea, is daar een voorbeeld van. Ik heb dit gekozen omdat Wallraf vooral Keulse kunst uit de vroege middeleeuwen tot in de Barok toont, maar daarnaast is Fondation Corboud erbij gekomen, een particuliere verzameling met laat 19e-vroeg 20ste– eeuwse kunst uit Duitsland en Frankrijk.
Het Wallraf-Richartz ligt ongeveer 15 minuten lopen van het Centraal Station, dus een leuk museum om mee te beginnen.

Bij zijn dood schonk de geleerde, kunstverzamelaar en priester Ferdinand Franz Wallraf (1748 – 1824) zijn hele verzameling boeken, tekeningen, munten en kunstwerken aan de stad.  Het duurde nog een tijd voor er een echt museum kon worden gebouwd: er was geen geld. Uiteindelijk schonk in 1854 Johann Heinrich Richartz 100.000 Taler voor de bouw van een nieuw (Wallraf Richartz) museum. Dat overleefde natuurlijk de Tweede Wereldoorlog niet en in 1955 stond er een nieuw museum. Na het grote bruikleen dat werd verkregen van de Fondation C,  met vooral 19e-eeuwse kunst,  opende in 2002 het huidige museum aan de Keulse Obenmarspforten.

In het Wallraf-Richartz is in ruime zalen gekozen voor een klassieke opstelling en opbouw: op de eerste etage kunst uit de Middeleeuwen, op de tweede verdieping Barok (dus 16e en 17e-eeuw) en op de derde kunst uit de 19e en vroege 20ste-eeuw. Je kunt overal informatie vinden: in iedere zaal zijn algemene borden en vaak wordt per kunstwerk nog eens extra informatie gegeven. In dit museum beleef je de ontwikkeling van de vroege 13e eeuw tot en met de vroege 20ste-eeuw. In de opstelling kun je lange lijnen door de eeuwen heen ontdekken. Op de een of andere manier viel me hier de manier van schilderen op, hoe vroeg en soms onverwachts er spontaan en los werd geschilderd. Ik zal hier later mooie voorbeelden van geven.

Opvallende keuzes
Maar wat ik vooral zo interessant vind is het werk dat werd gekozen. Ik ken verzamelingen waarin een minder landschap van Cézanne zit en een onbeduidende Monet zitten om die kunstenaars toch maar aan de collectie toe te voegen. In de afdeling 19e en 20ste-eeuw (de Fondation Corboud ) hangen daarentegen een aantal opvallend mooie werken van Menzel, Gauguin, Courbet, Liebermann en ook Van Gogh. Het zijn schilderijen waarvan het informele karakter opvalt en die bovendien de intimiteit hebben van een onbenullig onderwerp, iets dat de kunstenaar ziet en snel schildert: de was in de tuin, een wolk boven een huis of een brug over een rivier, of zoals Manet een bosje asperges om te bedanken voor een heerlijke maaltijd.


Detail, Stilleven met asperges, Edouard Manet, 1880.

Ik vind het wel mooi dat een verzamelaar liever een bosje asperges van Manet koopt dan een beroemd portret van zijn hand zoekt.

Lokaal, oud en opvallend
In de afdeling Middeleeuwse kunst is vooral veel lokale Keulse kunst bijeengebracht. Dat is niet verkeerd. Doordat Keulen al vroeg een belangrijk en dus rijk bisdom aan de Rijn was, werd er veel en vaak goede kunst gemaakt. Er hangt een klein kunstwerk met de kruisiging van Christus. De onbekende maker is vermoedelijk een beeldhouwer, wat uitzonderlijk lijkt voor een schilderij. Maar let op! Ik zag nooit eerder een kruisiging waarin de overgang van 2 naar 3 dimensies, door een combinatie van schilderkunst en beeldhouwkunst, zo onverwachts en slim werd opgelost. Het is een fantastisch goed geslaagde poging om realiteit, expressie in zo’n klein object te brengen. Bedenk dat het doel van deze kunst is de toeschouwer te betrekken bij het lijden van Christus als katalysator van de geloofsbeleving. Dt was de boodschap van de kerk: hij leed voor ons, hij offerde zich op voor ons en deed daarbij zijn moeder en goede vrienden een groot verdriet aan. De moeder maakte de gruwelijke dood van haar zoon mee. Zijn jonge leerling en discipel Johannes is in een zelfde intens verdriet gedompeld. Het begrip medelijden krijgt voor wie dit doordenkt een directe en actieve betekenis.


Christus aan het kruis, tussen Maria en Johannes, anoniem, ca. 1425-35.

Als je op het werkje toeloopt denk je: ‘ach ja een Christus aan het Kruis.’ Het is een vroeg werk, want nog wat stijf in de vorm neergezet. Ik dacht: ‘Och wat bloederig is het, niet alleen door de wond door de lans van de bewaker die Christus tussen de ribben stak, om te kijken of hij nog leefde, maar ook her en der lijkt het wel bloed weg te spatten.’ Kijkend naar de hoofden van het drietal viel me de geserreerde rust op, juist op dat moment dat het allerergste, het overlijden van Christus, hun zoon en vriend, staat te gebeuren. Je zou het berusting kunnen noemen. En door de sereniteit van die hoofden keek ik nog een keer aandachtiger: wat lijken die koppen ‘echt’! Wat gebeurt daar eigenlijk? Dichterbij komend zag ik het: de koppen zitten in het schilderij gemonteerd. Als je naar links, of rechts loopt, zie je het nog beter!


Detail, Christus aan het kruis, tussen Maria en Johannes, anoniem, ca. 1425-35.


Detail,Christus aan het kruis, tussen Maria en Johannes, anoniem, ca. 1425-35.

Ik wijd zo lang over dit ene object uit omdat het een bizonder kunstklimaat moet zijn waarin zo’n werk kan worden gemaakt en worden bewaard. Dat wil zeggen dat iemand en later vele anderen begrepen dat dit uitzonderlijk was in de traditie van de schilderkunst en misschien ook eenmalig als los zelfstandig kunstwerk? Het bevestigt de brede voedingsbodem waarin kunst in de late middeleeuwen in Keulen kon worden gemaakt. Het museum biedt een mooi overzicht van die rijke traditie.
Naast dit soort intieme kleine devotie schilderijen zijn er de overdonderende veelluiken uit de kerken en kloosters. In de grootste centrale zaal staan een aantal opgesteld rondom een aantal eenvoudige houten kerkbanken. Je kunt hier rustig de tijd te nemen en zo’n schilderij van verschillende delen uitkiezen waar je meer van wilt weten.

Het valt op dat er minder ‘burgerlijke ‘portretten uit de middeleeuwen in deze collectie zijn. De interesse van Walraff Richartz lag bij de religieuze kunst die tijdens de Franse revolutie in een groter gevaar verkeerde dan de seculiere kunst. Er zijn veel heiligen en bijbelse figuren in het museum. Een van de beroemdste is Moedergods in de rozenhaag van Stefan Lochner, die tussen 1442 en zijn dood in 1450 in Keulen werkte. Het is zorgvuldig neergezet in het midden van een kleinere zaal. De rode muren met versieringen in een besloten ruimte deden me denken aan een huiselijke kapel van een adellijk gezin.


Moedergods in de rozenhaag, Stefan Lochner.

Ursula in Keulen vermoord
Het belang van het bisdom Keulen blijkt niet alleen uit de kathedraal, bij de uitgang van het station, maar ook uit de eigen Heilige Ursula en haar vele, vele maagden die hier zo onbarmhartig aan hun einde kwamen. Op een aantal schilderijen kunnen we dat verhaal volgen. Ursula, de dochter van de koning van Bretagne, werd uitgehuwelijkt aan de ongelovige Engelse Prins, Conon. Ze zou erin toestemmen als hij voor hun huwelijk Christen zou worden. Als randvoorwaarde had Ursula gesteld dat hij, net als zij, op hun reis naar Rome 10 dienstmaagden zoud meenemen. Toen Conon er in toestemde Christen te worden verhoogde Ursula haar eis, want ze wilde aan dat huwelijk ontkomen: per dienstmaagd moesten er nog eens duizend maagden bij. Conon vond ook dat goed en zo vertrok het grote gezelschap naar Rome. Ze zakten onder andere per schip de Rijn af. In Rome doopte de paus Conon tot Etherius en hij ging vervolgens met hen mee terug. In Keulen werden alle maagden, de paus, de echtgenoot en Ursula door Atilla en zijn Hunnen, Euraziatische nomaden, gedood.


Delen uit de Ursula cyclus, 1480-1520, makers onbekend.

Het is een prachtig verhaal dat natuurlijk in het bisdom Keulen, maar ook elders, geliefd was omwille van de vastberaden geloofsovertuiging van Ursula, haar echtgenoot, de paus en die duizenden maagden. De Ursula legende is dan ook talloze malen in allerlei variaties voor kerken en kloosters geschilderd. Die schilderijen waren heel belangrijk: het was de taal die de gelovige begreep. Tot Luther in 1517 voor het gebruik van de volkstaal in de kerk en de bijbel pleitte, werden de diensten in het Latijn gelezen. Het grootste deel van de bevolking begreep uiteindelijk niet echt wat er werd verteld. Mede daarom stonden kerken en kloosters voor de Reformatie vol met beelden en schilderijen waar de gelovige de Bijbelse en apocriefe, volkse, verhalen kon zien. Tijdens de lange missen was er dus van alles om te bekijken. Nu nog zien we in iedere katholieke dorpskerk minstens de kruisgang van Christus uitgebeeld: de weg naar het kruisiging op de Calvarieberg. Ik zal niet zeggen dat de beelden en schilderijen als een strip werden bekeken, maar er is een zekere mate van overeenkomst. De geschilderde verhalen en beeldhouwwerken waren een manier om iedereen bij de les te houden.
In het museum hangt een uitgebreide geschilderde serie met de Ursula Legende. De 15 werken zijn op de overgang van de 15e naar de 16e-eeuw gemaakt, waarschijnlijk in een samenwerking van de Meester van de Ursula Legende en de Meester van de St. Severin waarbij men vermoedt dat de tweede een leerling is van de eerste. Vermoedelijk was die leerling een schilder uit de Nederlanden.


Delen uit de Ursula cyclus, 1480-1520, makers onbekend.

De 15 schilderijen zaten waarschijnlijk in de deksels van reliekkisten uit het Keulse Makkabeeën Klooster. De serie werd jaarlijks, tijdens de feestdag van de Heilige Ursula op 21 oktober, getoond door alle deksels te openen. Massa’s gelovigen liepen er die dag door het klooster en langs de kisten en konden zo de gruwelijke geschiedenis beleven. Op het onderste schilderij rechts staat gedetailleerd de moordpartij op het gezelschap en op het grote schilderij dat er bij hangt, Ursula’s dood.
De presentatie van de 15 schilderijen van de Ursula legende dicht bijeen op een muur benadrukt het voorlichtende aspect.  Ik vind zo’n volle muur eigenlijk spannender, dan belangrijke andere middeleeuwse schilderijen uit de andere zalen, zoals bijvoorbeeld de eerder genoemde Moedergods in de rozenhaag van Stefan Lochner. Hoe mooi dat ook is opgesteld en hoe beroemd Lochner is, het is wat mij betreft te zoet en te liefelijk. Maar goed, dat was toen de Zeitgeist.

Barok
De kwaliteit van de collectie is hoog. De collectie met middeleeuwse en barok kunst is ooit verzameld door de naamgever van het museum. Ferdinand Franz Wallraf had de vooruitziende blik om tijdens de (anti-religieuze) Franse Revolutie, die ook het Duitse Rijnland bereikte, zoveel mogelijk christelijke kunst te redden. De lokale Keulse kunst, gepatroneerd door het bisdom,  is  was voornamelijk religieus van inhoud. Later werden ook ridderverhalen getoond, of kerkelijke en aristocratische machthebbers.
In de 16e-eeuw is de balans gekanteld. Natuurlijk wordt er in de vanouds katholieke gebieden nog veel religieuze kunst gemaakt, maar de rijke burgerij eist naast de aristocratie het recht op portretten te laten maken. Een verrassende serie portretten, niet alleen door beroemde schilders als  vader en zoon Cranach en Hans Burgkmair, maar ook enkele minder bekende Nederlandse schilders en een prachtig portret door de Antwerpse schilderes Catharina van Hemessen, één vrouw tussen de vele mannen.

Uit de nadruk op het gebied rond Keulen zouden we ook de schilderijen van Rubens en zijn leerlingen in de collectie kunnen verklaren. Rubens is tenslotte in Siegen, een dagtocht per koets van Keulen, geboren en groeide gedeeltelijk in Keulen op.  Het verhaal daarachter is tamelijk pikant: Rubens’ vader had een verhouding met de tweede vrouw van onze Willem van Oranje, Anna van Saksen, waaruit een kind werd geboren. Daardoor werd Jan Rubens in de Dillenburg opgesloten. Zijn echtgenote, Maria Pypelinckx, bleef tijdens diens gevangenschap in Siegen. Na de vrijlating van Jan werd Peter Paul Rubens, daar  geboren. De schilder, diplomaat en kunstverzamelaar (zie op de website Het Rubenshuis in Antwerpen Leven en werk Rubens, bij op weg naar de kunst), heeft dus ook banden met de omgeving van Keulen.


Zelfportret met vrienden te Mantua, Rubens, 16..

Hoewel hier niet heel veel schilderijen hangen, valt de kwaliteit op. Ik ben vooral onder de indruk van het groepsportret dat de Jonge Rubens tijdens zijn verblijf in Mantua maakte. Zonder al te veel aan psychologie te doen, zie je een onbevangen slimme man tussen zijn, ook oudere, vrienden staan. Naast hem staat zijn broer, tegenover hem Galileo Galilei en aan de rechterkant achter hem de filosoof Justus Lipsius: de intellectuele elite van zijn tijd.
In het filmpje vertel ik over dit mooie vroege zelfportret en de andere werken uit dezelfde zaal. Rubens is met zijn leerlingen Jacob Jordaens en Anton van Dyck samengebracht. Er hangt een  groot stilleven van Frans Snyders (1579-1657), ook een Antwerpenaar die met Jan Brueghel, Rubens en andere schilders samenwerkte, hetgeen in de 17e-eeuw, niet ongebruikelijk was. Snyders ontwikkelde het stilleven als zelfstandig onderwerp.

In de collectie van het Wallraf Richartz zitten naast Zuid-Nederlandse schilders ook Noord-Nederlanders. Portretten en landschappen, maar ook wel genreschilderijen. Er is een laat zelfportret van Rembrandt en mooie portretten van diens leerlingen Carel Fabritius, Govert Flinck en Jan Victors. de laatste schilderde het dramatische Bijbelse verhaal van Esther en het verraad van Ahaqsver. Het is op de manier van zijn leermeester Rembrandt gedaan, maar wie vaker naar het werk van Rembrandt keek, ziet dat dit rustiger, beschaafder is: het Menselijk Drama ontbreekt.

Het weer in de 17e eeuw
Tot 4 februari 2018 is er een zaal ingericht met prachtige 17e-eeuwse Noord Nederlandse landschappen: Heiter bis wolkig, Naturschauspiele in der Niederländische Malerei (Van zonnig tot bedekt, natuurtoneel in de Nederlandse Schilderkunst). Er hangen 20 schilderijen waarin onze fameuze luchten door Cuyp, Van Goyen, Ruisdael en anderen worden weergegeven. Het is een breed overzicht van het weer in Nederland land en ik vind het heel bizonder dat deze kwalitatief goede expositie alleen uit de eigen collectie is samengesteld! Elders in de permanente tentoonstelling hangen trouwens ook nog een aantal landschappen.

Doordat de zaal met de luchten en landschappen op een hoek aan de voorkant ligt, kijk je over het rommelige plein, waar in 2017 nog het nieuwe archeologische museum wordt gebouwd, direct de lucht in. Wij waren er op zo’n zonnige zomerse dag met van die grote witte cumulus wolken die we ook op de schilderijen konden zien.
Het opvallendste en boeiendste  schilderij vond ik Storm over Dordrecht van Aelbert Cuyp. Ten eerste omdat er een bliksem op staat die wat mij betreft zeer natuurgetrouw van vorm is. Voor ons is een bliksemschicht door alle foto’s en filmpjes wellicht normaler, maar in de 17e eeuw werd dit waargenomen en uit herinnering getekend! Ten tweede omdat ik Cuyp toch associeer met zijn gouden warme licht, een gevoel van warmte en loomheid. Dat is hier ver te zoeken. De koeien in de voorgrond lijken geen aandacht voor het naderende onweer te hebben, alsof ze toch nog in een eigen stukje Cuyps licht kunnen liggen.


Storm over Dordrecht, Aelbert Cuyp, circa 1645.

Naast deze oude kunst is er ook nog een hele etage met 19e-eeuwse kunst. Er is prachtig heftig werk van Caspar David Friedrich, maar ook van de burgerlijke zoetsappige Biedermeier. En tegelijkertijd de ontwikkeling van het realisme naar de impressionisten en de expressionisten. Veel Duitsers (ondermeer Beckmann, Liebermann en Corinth), maar ook en natuurlijk Fransen. Het is vooral voor ons een verrassing om te zien hoe goed de Duitse kunstenaars de ontwikkelingen in Frankrijk volgden en die naar hun hand zetten in een prachtig en heftig expressionisme. Deze kunst die al vroeg in het museum aanwezig was, werd in de Nazi-tijd entartet genoemd en is toen weggehaald. Maar de Keulse jurist en verzamelaar Josef Haubrich schonk in 1955 weer nieuwe expressionisten. Het verzamelende Zwitserse echtpaar Corboud schonk als “eeuwig bruikleen” zo’n grote collectie impressionisten en neo-impressionisten dat dit de grootste verzameling in Duitsland werd en het museum uit dank hun naam toevoegden aan de naam van het museum: Wallraf Richartz Museum Fondation Corboud.

Passie
In zo’n brede collectie kun je ook je eigen voorkeuren of liefhebberijen van de dag volgen. Mij viel weer eens de mooie losse schilderstijl van Rubens in zijn schetsen op. Vlakbij de doorgang van de ‘Vlaamse’ zaal naar de ‘Hollandse’ zaal hangt een kleine Wonderbaarlijke visvangst.


De wonderbaarlijke visvangst, Rubens, ca 1610.

Je ziet hoe de ervaren schilder een idee snel uitwerkt, met Schwung en toch ook detail: het spat er allemaal af. Kijk even goed naar de wervelende lucht in de achtergrond.
Op de volgende verdieping hangt een werk van Menzel, een landschap waar je ook weer in de lucht eenzelfde spontaniteit ziet. Menzel dankt zijn reputatie aan dit ‘vangen van het moment’. Het vluchtige van een opkomend onweer wordt geaccentueerd met een paardenspan dat snel naar huis rent en al bijna in de lijst verdwijnt.


Onweer bij de Tempelhofer berg, Adolf Menzel, 1846.

Daarnaast hangt een schilderij van de grote 19e-eeuwse vernieuwer Courbet met NIETS. Nu ja, het is wel iets: een zeelandschap dat uit louter tinten afgeleide kleur bestaat. Het enige dat scherp lijkt te zijn is de horizon waar lucht en water elkaar raken. Ik meen hier bij Courbet ook dezelfde opgetogenheid te zien die ik bij Rubens zag.


Strand aan zee, Gustave Courbet, 1865.]

Gegrepen door hun vak, hun kennis en vakmanschap lijkt het opeens allemaal zo eenvoudig. Ik krijgt het gevoel dat ik die passie herken, of die nu bijna 500 jaar geleden, 150 jaar geleden, of onlangs tot een werk leidde. Het doet er niet of het onderwerp stichtend, opzienbarend in zijn tijd of zelfs zo futiel als een bundeltje asperges is.


Detail, Stilleven met asperges, Edouard Manet, 1880.

PS
Wie vooruit denkt, bestelt bij de plaatselijke boekhandel reeds voor feestdagen en verjaardagen voor de leukste familieleden, de beste vrienden en de aardigste buren onze:
Gids naar Nederlandse musea, Op weg naar de kunst
Auteurs: Micky Piller en Kristoffel Lieten; Uitgever: Waanders in de Kunst.
En altijd actueel door de QR codes die verbinden met onze site en van het museum!

Informatie en voorzieningen

Obenmarspforten 40, 50667 Keulen, Duitsland
W Wallraf/Richartz Museum, Keulen
T +49 221 22121119
di t/m zo 10.00-18.00 uur

bereikbaarheid
makkelijk met OV tot station CS Keulen
parkeergarages in de buurt
collectie informatie
folder beperkt, maar goed
zaalteksten helder en goed Duits en Engels
presentatie collectie mooi
route informatie duidelijk
digitaal niet gevonden
vriendelijkheid
suppoosten behulpzaam
winkel geven veel informatie
kinderactiviteiten
in het museum, folder met vragen en extra´s op zaal
eigen ruimte niet gevonden, maar ook niet nodig
museumwinkel
assortiment interessant
kunstboeken uitgebreid
kinder-kunstboeken leuk
grappige kleine cadeautjes
museumrestaurant
prijs/kwaliteit goed een beperkte kaart, maar niet duur
menu wat je krijgt is vers en goed
wc
schoon
makkelijk te vinden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.